Stel je voor: Je bent journalist. Je wordt uitgezonden naar Syrië. Je loopt met je cameraploeg door een platgebombardeerde wijk. Geen gebouw staat meer overeind. Je ziet alleen maar puin. De stof van het puin prikkelt je neus. “Mijn God”, denk je, “wat doen mensen elkaar aan.” Jouw cameraman stoot je aan. “Kijk daar.”
Je kijkt. “Nee, dat kan niet.” Onder een puinhoop klimt een man vandaan,. Hij sleept met houten planken. Hij begint een marktkraampje te bouwen.
Hij pakt een groot spandoek en schildert: “Vanaf morgen is onze winkel weer open.”
Je loopt naar hem toe en zegt: “Goede man, kijk om je heen. Aan wie wil je verkopen. Wat ga je verkopen?” Hij kijkt je aan met ogen vol verdriet, glimlacht en zegt: “Ik verkoop hoop. Ik verkoop hoop.”
Hoop. Een mens kan niet zonder. Hoop verloren alles verloren.
Twee leerlingen zijn op weg naar Emmaus. Hun droom is in duigen gevallen. Ze kunnen niet zonder hoop. Maar wij ook niet. Dit verhaal gaat over ons. Ook wij kunnen niet zonder hoop.
Je merkt het om je heen in aanloop naar de persconferentie van de regering afgelopen dinsdag. Iedereen verlangt naar positieve berichten, naar een stukje hoop.
Maar waar vind je hoop?
We kijken naar de wereld, naar onszelf.
Zou het kunnen zijn dat we de verkeerde kant uit kijken?
Voor echte hoop moeten we misschien een andere kant op kijken.
Naar iemand die oneindig groter is dan deze wereld, naar God .
De andere kant op kijken. Dat is wat Jezus die twee leerlingen laat doen.
“Moest de Messias dit alles niet lijden om in zijn glorie binnen te gaan?” Dit gaat over het kruis. Jezus laat ze 180 graden de andere kant op te kijken. Waar ze nooit hoop zouden zoeken. Bij het kruis.
Wat gebeurt er aan het kruis. Wat geeft daar hoop? Heeft u afgelopen Witte Donderdag toevallig “the Passion” gezien? Het verhaal van Jezus kruisiging wordt nagespeeld met Nederlandse popliedjes. Het was een terugblik op de afgelopen tien jaar. Je zag ook de allereerste Passion waar degene die Jezus speelt, een nummer van André Hazes zingt. Dat liedje zegt precies wat Jezus op het kruis doet, wat Jezus tegen u zegt aan het kruis.
“Geef mij nu je angst,
ik geef je er hoop voor terug.
Geef mij nu de nacht,
ik geef je de morgen terug.”
Afgelopen Witte Donderdag kwamen er anderen in beeld die dat zongen. Verpleegkundigen op een IC. Ambulance broeders. Mensen van de supermarkt. Ze zongen allemaal.
“Geef mij nu je angst,
ik geef je er hoop voor terug.
Geef mij nu de nacht,
ik geef je de morgen terug.”
Dat liedje zegt precies wat Jezus op het kruis doet. “Geef mij nu je angst. Geef mij nu de nacht” Jezus draagt aan het kruis al mijn verdriet, mijn kwaad, mijn zonden.
“Ik geef je er hoop voor terug.” “Ik geef je de morgen terug.” Hij geeft mij in de plaats daarvan Zijn liefde en Zijn hoop, voor terug. Het is een ruil. Het kruis is een gigantische ruil.
Hij draagt mijn kwaad en geeft zijn liefde er voor terug. Deze ruil geeft hoop.
Pastoor, het kruis is toch tweeduizend jaar geleden gebeurd?
Voor ons gebeurt deze ruil het iedere keer als we de Communie ontvangen.
Die twee op weg naar Emmaus herkennen Hem bij het breken van het brood.
Dat gaat over de Communie.
Ik bid God elke dag dat deze crisis snel voorbij gaat en dat u allemaal weer gewoon
naar de kerk kunt komen en de Communie kunt ontvangen.
Zo meteen kunt u de geestelijke Communie ontvangen. De diaken zal daarvoor een gebed bidden.
Geestelijke Communie: de kerk leert dat het verlangen naar de Communie hetzelfde oplevert als de Communie daadwerkelijk ontvangen. Wanneer je fysiek niet in staat bent de Communie te ontvangen. Besef op dat moment dat God in de Communie iets speciaals zegt tegen u, jij, jullie zegt:
“Jouw verdriet is ook mijn verdriet
Jouw zorgen zijn mijn zorgen.
Jouw problemen zijn mijn problemen.
Jouw angst is mijn angst.”
Met de Communie voel je dat Iemand in je komt
,groter dan al onze problemen, groter dan alles waar we onder lijden,
dan alles waar je bang voor bent. Em Hij draagt het allemaal met ons en voor ons.
En dat geeft hoop. Een mens kan niet zonder.
“Geef mij nu je angst,
ik geef je er hoop voor terug.
Geef mij nu de nacht,
ik geef je de morgen terug.”