We kunnen het ons bijna niet meer voorstellen, een viering in onze kerk zonder een zangkoor. Dat moet toch heel saai geweest zijn.
Maar dat geldt dan juist weer niet voor sommige kloosterordes die juist in stilte hun gebeden en gebruiken benutten om te bidden en te mediteren. Wij worden in de kerk bij elke gelegenheid uitgenodigd om mee te zingen en hardop mee te bidden. Vandaar het bekende Augustinus-gezegde ‘Zingen is tweemaal bidden’. We mogen ons daarom gelukkig prijzen met maar liefst drie koren, in onze parochiekern die ons kerkgangers het beste en het mooiste laten horen en ook laten meezingen.
Even terug in de geschiedenis
Een van onze drie koren is nu genaamd Cantemus. ‘Cantemus’ is Latijns en betekent ‘Laat ons zingen’. Dit koor is voortgekomen uit het veel oudere koor St. Cecilia. Die naam betekent ‘hemel en lelies’. St. Cecilia leefde in de derde eeuw in Rome en zij liet zich bekeren en dopen tot het nieuwe geloof, maar… weigerde offers te brengen aan de afgoden en daarom werd ze gemarteld. Het verhaal gaat dat zij tot de Heer gezongen heeft, terwijl het orgel speelde, en zij zo gemarteld werd. Vanaf die tijd is zij de patroon van zangers, de muziek en muzikanten. Maar nu terug naar dit koor St. Cecilia. In de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw bestond het koor alleen uit mannen en werd er ook alleen maar Gregoriaans gezongen. Deze naam komt van Paus Gregorius de Grote. Hij was paus van 590 tot 604 en hij voerde deze muzikale stroming, het Gregoriaans, in. Het was een stroming van gezangen a capella met een apart notenschrift. De hele liturgie werd gedragen door deze gezangen. Dit bleef zo door de jaren heen en allengs werden ook wel andere liederen toegevoegd in de viering.
Werd er meer gezongen dan Gregoriaans?
Nu naar onze tijd, in de jaren na de Tweede Wereldoorlog ging het gewone leven weer verder en ook in de kerken werd er weer gezongen. Dit koor St. Cecilia stond toen naast het Pelsorgel boven in de kerk ‘op het koor’, ook wel ‘balkon’ genoemd. Er veranderde best wel wat in die jaren. Niet alleen mannenstemmen waren er te horen, maar er kwamen nu ook dames bij. Er werd nog steeds veel Gregoriaans gezongen, maar er werden ook missen ingestudeerd van grote componisten als Frans Liszt, Lorenzo Perosi (de priester) en Wolfgang Amadeus Mozart. Dus dat was totaal anders dan het Gregoriaans. De repetities werden gedaan in het parochiehuis en het koor, toen nog onder de naam St. Cecilia, stond in die tijd onder leiding van dirigent Cor Noordermeer en de organist was Harry Grimbergen. Beiden kwamen uit echte Katwijk Binse families.
Ook kwamen er steeds meer Nederlandstalige gezangen in de viering. Dat was zeker na het Tweede Vaticaans Concilie van 1965 het geval. Deze werden verzameld in de bekende zangbundels (GVL), zodat alle kerkgangers konden meezingen.

‘Vijftig jaar koorzanger… hoeveel uren zijn dat niet?’
Maar er veranderde nog veel meer, de koren werden groter. Niet alleen groter maar er kwamen later ook twee koren bij en de koornaam St. Cecilia werd veranderd in Cantemus. Toch zijn er nu nog zangers en zangeressen die vroeger in dit koor St. Cecilia hebben gezongen, sommigen zingen dus al meer dan vijftig jaar in dit koor. Jaarlijks worden de koorjubilarissen daarvoor gehuldigd op… de zondag rond het feest van St. Cecilia eind november. Over trouwe parochianen gesproken!
Tegenwoordig stellen de koren zich op bij het nieuwe Reilorgel in het rechter transept. Dit prachtige orgel kwam enige jaren geleden uit de gesloten De Moeder Godskerk uit de parochiekern Voorschoten Het oude Pelsorgel ‘op het koor’ uit 1926 wordt haast niet meer gebruikt. Dat is omdat de aftstand van dirigent naar organist te groot is geworden. De huidige dirigent en pianist / organist is onze muzikale duizendpoot Niek van der Meij. Laten we maar hopen en bidden dat ons koor Cantemus nog vele jaren de liturgie muzikaal zal blijven ondersteunen.
Richard Hulmer