Iedere vrijdag staat er een overdenking in de digitale nieuwsbrief in deze veertigdagentijd op weg naar Pasen. Om ons voor te bereiden, om stil te staan wat Pasen, de opstanding van Jezus voor ons betekent. Wat het nu nog betekent in deze tijd. Mogen we een moment de tijd nemen voor inkeer en reflectie en zo de veertigdagentijd ook echt beleven als een bijzondere, als een heilige tijd. Dit laatste weekend van zondag 2 april lezen we Lucas 7: 36-50. ‘Daarom zeg Ik je: haar zonden zijn haar vergeven, al waren het er vele, want zij heeft veel liefde betoond’.
Oordeel?
Het overkomt ons allemaal wel eens, een flits van oordeel over iemand anders: wat een hork! Weet die niet hoe het hoort? Of je denkt: Poeh, zo erg is het bij mij gelukkig niet! Jezus maakt haarfijn duidelijk dat het Hem niet gaat over iemands achtergrond of fouten, maar om dat wat diegene wel doet of geeft. Degene die het meest te vergeven valt, is het meest afhankelijk van Gods genade en het meest dankbaar. Het doet denken aan mensen die huis en haard verlaten hebben om in een nieuw land opnieuw te beginnen. Ontheemd zijn ze dan, kennen taal en cultuur niet. Compleet afhankelijk zijn ze dan van gastvrije mensen die dan op hun pad komen voor elk gebaar zijn ze dankbaar, hoe klein ook. Vraag aan u, aan jou: ‘In de krant lezen we over ‘gelukszoekers’. Hoe zou Jezus hen zien en benoemen? Met welk positiever woord zouden wij hen kunnen bejegenen?’