Aan de spons- en zeemclub, parochie H. Joannes de Doper, p/a Kerkstraat 70, Katwijk aan den Rijn.
Lieve dames,
Het moet toch wel een heel werk zijn, om de hele kerk van stof en ongerechtigheden te ontdoen. Het is zeker niet te vergelijken met een huiskamer of een bovenetage. Maar het gebeurt wel, want de medeparochianen stellen het op prijs om in een schone kerk de vieringen bij te wonen. Maar zelf maken deze parochianen er soms echt wel een beetje een puinhoop van. Want er blijft natuurlijk weleens iets achter. Neem nou een snoeppapiertje, of een papieren zakdoekje, of een kauwgompje, of een achtergebleven missaaltje of een gebedsplaatje. Ook verliest wel eens iemand een handschoen of een sjaaltje, en dat moeten de dames van de spons- en zeemclub dan maar weer achterin de kerk bij de gevonden voorwerpen neerleggen.
‘Geen stofvlok is veilig voor ze!’
Het lijkt mij toch een heel karwei om tussen alle banken door te kruipen met een bezem of een stoffer en alles goed aan te vegen. En dan meteen de collectemandjes en de knielkussens weer netjes ophangen. En dan is er sinds een paar jaar weer iets nieuws, de kussens op de kerkbanken. Maar dat is nog lang niet alles. Wat te denken van het stofzuigen van het liturgisch centrum met het hoofd- en het concilie-altaar, met ook daarbij het rococo-altaar. Het lijkt mij een hele klus en niet altijd even gemakkelijk. En er mag niets kapot gaan, dus voorzichtigheid is geboden.
‘Het is net curling in de kerk met het dweilen!’
Maar als alles weer stofvrij is en de kerk er op het oog weer netjes uitziet, dan zijn de vloeren aan de beurt. Schrobben en dweilen, dus dat betekent het sjouwen met emmers water, door het middenpad en de zijbeuken, om zo alle tegels weer te laten glimmen. En niet te vergeten… de hal. Dat is een karwei van heel wat meters. In mijn beleving bijna net zo lang als de hele Kerkstaat in ons dorp. Ga er maar aanstaan, om met een mop en een dweil alles weer goed droog te krijgen.
En tijdloos compliment…
Een aantal jaren geleden, na een feestelijke viering in onze kerk, kwam de toenmalige burgemeester, Jos Wienen naar mij toe en zei letterlijk: ,,Wat ziet jullie kerk er toch altijd schoon en netjes uit!” Wel lieve dames van de spons- en zeemclub, dit compliment wilde ik jullie zeker niet onthouden in mijn open brief aan jullie, ook al is alweer van jaren geleden. Het blijft zelfs nu nog een stimulans voor alle dames die nu zo hard bezig zijn.
Toch nog één dingetje, in het jaar 1996 zijn de veertien kruiswegstaties gerestaureerd. Jullie voorgangsters hebben de staties niet alleen afgestoft, maar ook in de loop der jaren ‘afgesopt’ met een doekje en misschien ook wel met een soort van schoonmaakmiddel. Hierdoor was de verf, maar zeker ook de voorstelling wat vervaagd in de loop der jaren. Na de restauratie kwamen er weer figuren naar voren die wij nog nooit echt goed gezien hadden, waaronder de figuur van de schilder zelf, pastoor Hendriks. Hij had zichzelf mee geschilderd en dat was voor ons als leden van de technische commissie toen een hele ontdekking. Dus lieve dames, wees voorzichtig met het mooiste wat onze kerk bezit zodat iedereen er nog lang van kan genieten.
Wij parochianen zijn trots op deze groep dames, vrijwilligsters, en hopen dat zij dit toch wel zware werk nog lang en met liefde mogen blijven doen.
Een trotse parochiaan