Het verhaal over het sinterklaasfeest (deel 4) 

Sinterklaas (ook Sint-Nicolaas, Sint of de Goedheiligman) is de hoofdpersoon van het eeuwenoude sinterklaasfeest. De dag 6 december gaat door als zijn verjaardag. Het feest houdt in dat Sinterklaas cadeaus geeft aan ieder kind dat het afgelopen jaar braaf is geweest. Het wordt jaarlijks gevierd op 5 december, pakjesavond, in Nederland en in enkele voormalige Nederlandse koloniën en op 6 december in België. Omdat hij  in de Katholieke Kerk één van de beroemdste heiligen is en een grote kindervriend gaan we in zeven afleveringen nader in op diverse achtergronden van het sinterklaasfeest. In deel 4 gaan we in op de verschuiving van de rol van Sinterklaas in de opvoedkundige zin. Maar hoe zit het nu met zijn zomerverblijf in Spanje waar hij elk jaar met de stoomboot vandaan komt? Nieuwsgierig geworden? Lees dan snel verder hieronder!

Van boeman tot kindervriend

De figuur van Sinterklaas is in de loop der eeuwen geëvolueerd van een beschermheilige van de kinderen, via een boeman en hardhandige pedagoog in verschillende gedaantes, naar een folkloristische kindervriend in de vorm van een bisschop. De transformatie van heilige tot kinderschrik had wellicht te maken met het verbod dat in de protestante gewesten gold op het uitbeelden van katholieke heiligen. Hij werd uitgedost als een afschrikwekkende zwarte man met kettingen aan zijn voeten of met narrenbelletjes. Deze sinterklaasgestalte, soms ook ‘Zwarte Klaas’ genoemd, gaf snoepgoed aan brave kinderen en intimideerde ongehoorzame kinderen. Als zodanig vormde hij de voorloper van Zwarte Piet.

Het sinterklaasfeest werd in grotere steden een woelig volksfeest dat soms tot opstootjes en openbare dronkenschap leidde. In de late achttiende eeuw keerde men zich tegen het straatfeest van Sinterklaas en de leegloperij en ook tegen het beeld van de boeman. Het feest moest gebruikt worden om kinderen op een positieve manier gehoorzaamheid en ijver bij te brengen. Het sinterklaasfeest werd nu een onderdeel van de opvoeding en kreeg een volwaardige plaats in het onderwijs en het gezin. Nu de boeman was afgedaan, werd de traditionele bisschop teruggehaald. Tot in de twintigste eeuw waren er echter nog sporen van de boeman die met kettingen rinkelde, en zijn zwarte knecht die kinderen in een zak stopte. Tegenwoordig dient deze zak uitsluitend om de geschenken in te vervoeren.

Vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw begon Sinterklaas in persoon zijn opwachting te maken in de maatschappij. Tot dan toe was hij slechts een mythisch persoon geweest, wiens giften in de schoentjes begin december weliswaar van zijn aanwezigheid getuigden, maar die verder niet zichtbaar was.

Hoe zit het nu met Spanje?

De geografische herkomst van de folkloristische Sinterklaas is volgens de huidige Nederlandse traditie niet meer Klein-Azië of Italië, maar Spanje. Soms wordt erop gewezen dat Zuid-Italië met Bari een deel van de ‘Kroon van Aragón’ (landstreek in Spanje) is geweest en de aanduiding Spanje daarom ruimer moet worden opgevat dan tegenwoordig.

Van oudsher wordt in sinterklaasliedjes niet gezegd dat Sinterklaas zelf uit Spanje komt, maar dat hij naar Spanje reist om lekkernijen te halen. Het oudst bekende voorbeeld daarvan is een pamflet uit 1810. Sinterklaas reist daarin naar Amsterdam en gaat vervolgens in Spanje sinaasappelen en granaatappelen halen. John Pintard, oprichter van de ‘New-York Historical Society’, liet het pamflet in 1810 drukken, maar het vers was waarschijnlijk al ouder. Het vers is in ieder geval gebaseerd op een veel ouder vierregelig rijmpje uit 1655, waarin Spanje nog niet wordt genoemd.

Algemeen wordt aangenomen dat de in deel 1 al benoemde onderwijzer Jan Schenkman (1806-1863) de eerste was die ‘Sinterklaas uit Spanje liet komen’. Volgens hem was Sinterklaas de ‘bisschop van Spanje’. Schenkman introduceerde ook de knecht die later Zwarte Piet zou gaan heten, en de stoomboot waarmee hij naar Nederland kwam. Nu nog steeds komt Sinterklaas tijdens de intocht meestal per boot, de Pakjesboot, aan. Schenkman gebruikte in zijn prentenboekje ‘Sint Nikolaas en zijn knecht’ uit circa 1850 de zeer bekend geworden beginregels ‘Zie, ginds komt de stoomboot uit Spanje weer aan!’. Schenkmans boekje was gewild, en de afbeeldingen zorgden er ook voor dat de entourage en het uiterlijk van Sinterklaas, een statige oude man met witte baard en haren, rode mijter en mantel, in de navolgende decennia als het enige echte werd aangenomen.

Het sinterklaasfeest verandert voortdurend

Aan het begin van de twintigste eeuw bestonden nog veel verschillen tussen de stedelijke viering en de viering op het platteland. Het nu nog incidenteel voorkomende ‘Klozum, sunteklaaslopen’ of andere lokale varianten waren op het platteland nog gebruikelijk, maar in steden was het feest al georganiseerd rond pakjesavond en het bezoek van Sinterklaas. Onder invloed van het onderwijs en later de commercialisering en de massamedia ontstond een standaardisatie van het feest, dat hierdoor gaandeweg zijn huidige vorm kreeg. De surpriseavond, de uitwisseling van geschenken in vermakelijke verpakkingen begeleid door belerende of gekscherende gedichten, is een relatief nieuw fenomeen binnen de traditie. Volgens een enquête van het Meertens Instituut werd het in 1943 slechts sporadisch gedaan.

(Bron: Wikipedia)